top of page

Het goede nieuws: je bent écht nog niet te laat om bloemen te zaaien. Sterker nog, in mijn eerste tuinjaar was ik in mei pas net begonnen met zaaien, en alsnog genoot ik de hele zomer van de mooiste bloemen uit eigen tuin. Dus geen tijd te verliezen, we gaan aan de slag! In deze blog lees je welke soorten je in mei nog kunt zaaien voor weelderige bloei dit jaar.


In mei is de grond vaak al lekker opgewarmd, wat maakt dat zaaien in de volle grond makkelijk en snel gaat. De volgende soorten kan je in mei direct in de volle grond zaaien:

  • Korenbloemen - Centaurea cyanus (zie ook deze blog: https://www.plukatelier.nl/post/korenbloemen-centaurea-cynanus-zaaien)

  • Zonnebloemen Helianthus annuus

  • Cosmea - Cosmos

  • Zinnia - Zinnia elegans

  • Goudsbloemen - Calendula officinalis

  • Bolderik - Agrostemma githago

  • Afrikaantjes - Tagetes erecta of patula (dit zijn mooie hoge soorten)

  • Koekruid - Vaccaria hispanica

  • Amarant - Amaranthus cruentus

  • Vlas - Linum usitatissimum

  • Papierknopje - Ammobium alatum

  • Klaproos - Papaver spp.

Het makkelijkst is om te zaaien in rijen, dan zie je makkelijk of dat wat er opkomt ook hetgeen is dat jij hebt gezaaid. Alles wat tussen of naast de rijen verschijnt is waarschijnlijk iets anders. Houd de grond waar je hebt gezaaid licht vochtig zodat je zaden goed kunnen kiemen. Dun de zaailingen uit zodra ze opkomen tot ze op de juiste plantafstand staan. Voor de meeste soorten is dit 23x23 centimeter. Zo hebben de overgebleven zaailingen genoeg ruimte om groot en gezond op te groeien.

Heb je nog niet zoveel zaai-ervaring, ken je de grond in je tuin nog niet zo goed of wil je wat meer controle over de groeiomstandigheden? Dan kan je bovenstaande soorten ook in mei voorzaaien in zaaitrays of potjes. Laat de plantjes na het ontkiemen rustig doorgroeien tot ze 8-10 cm zijn en plant ze vervolgens uit op de plek waar jij ze wilt hebben. Dit is dé start van eindeloos plukgeluk!


Van veel van de bovengenoemde soorten vind je biologische bloemzaden in mijn webshop: https://www.plukatelier.nl/shop?Categorie=bloemzaden%252Fknollen


Alle zaden van Plukatelier worden biologisch geteeld, met respect voor de natuur. Er wordt niet gewerkt met bestrijdingsmiddelen of kunstmest. Het zorgvuldig vermeerderen, oogsten, schonen en verpakken van de zaden gebeurt handmatig.




 
 

Het is één van mijn allereerste bloemen-liefdes: de korenbloem, Latijnse naam Centaurea Cyanus. Ik hou zo van dit fragiele, zachte bloemetje! In mijn allereerste tuin straalde ze als geen ander en ik was meteen helemaal weg van deze plant en bloem. De intense, sprekende kleuren, het feit dat er talloze stelen aan 1 plant groeien en dat ze als vanzelf kiemde, groeide en bloeide. Zo zie ik het graag! De plotsklapse liefde op het eerste gezicht transformeerde in een stabiele, langdurige relatie en sindsdien is er voor mij nog geen jaar voorbij gegaan zonder korenbloemen. Ze is echt een multitalent: inheems, waardevol voor insecten, sterk op de vaas, eetbaar én mooi om te drogen in een bloemenpers. Qua kleur is de blauwe korenbloem het meest bekend, maar ze is er onder andere ook in het wit, donkerpaars en verschillende tinten roze. En die hebben weer een compleet eigen uitstraling.


Korenbloemen zijn in Nederland winterharde eenjarigen. Dat wil zeggen dat de plant vorst kan verdragen en je haar dus op twee momenten in het jaar kunt zaaien. In het najaar, augustus-oktober en in het voorjaar februari-juni. Voor beide zaaitijden geldt dat dit zowel direct in de volle grond kan, als voorzaaien in trays of potjes. Zelf heb ik goede ervaringen met korenbloemen zaaien in de volle grond, dus dat heeft mijn voorkeur. Ben je een beginnende zaaier, of ken je je grond nog niet zo goed? Dan kan het fijn zijn de korenbloemen even voor te zaaien. Zo herken je het plantje sneller en makkelijker en heb je wat meer controle op de groeiomstandigheden.


Stappenplan korenbloemen voorzaaien wanneer: tussen februari en juni waar: binnenshuis (feb-maart), op een beschutte plaats buiten (apr-juni) of in een onverwarmde kas (feb-juni):

stap 1 - vul je potje of zaaitray tot de rand met gezeefde potgrond of zaai- en stekgrond en druk lichtjes aan.

stap 2 - leg 1 of 2 zaden op de aarde en bedek de zaden met een dun laagje aarde of vermiculiet

stap 3 - druk lichtjes aan zodat de zaden goed contact maken met de potgrond

stap 4 - zet je zaaitray of potjes in een dichte bak met een laagje van enkele centimeters water en laat het water van onder optrekken. Je ziet na een tijdje dat de bovenzijde van de aarde/vermiculiet donkerder is geworden, het hele potje is nu verzadigd en mag uit het waterbadje.

stap 5 - dek je zaaitray of potjes af met een doorzichtige deksel of een boterhamzakje zodat het vocht niet meteen vervliegt.

stap 6 - wacht geduldig tot je de eerste zaden ziet kiemen en zet de zaaitray of potjes op een koelere plek, bijvoorbeeld een onverwarmde slaapkamer. Dit zorgt ervoor dat de groei wat vertraag en je minder snel doorgeschoten plantjes krijgt. Zodra ongeveer 75% van de zaden gekiemd is mag de deksel of het zakje eraf, de planten hebben nu zuurstof nodig om verder te kunnen groeien.

stap 7 - zorg dat de aarde licht vochtig blijft en geef, zolang de zaden nog niet gekiemd zijn, water door de zaaitray in een bak met water te zetten. Zodra de plantjes bovengekomen zijn kan je ook je gieter met broeskop gebruiken voor het water geven.

stap 8 - als de planten ongeveer 8-10 centimeter groot zijn kunnen ze in de tuin uitgeplant worden. Laat ze eerst nog even rustig wennen aan de weersomstandigheden buiten. Dit noemen we ook wel 'afharden'. Je zet de plantjes, nog steeds in de tray of potjes, steeds wat langer buiten. Je bouwt het rustig op qua uren en omstandigheden: eerst in de schaduw, dan in gefilterd licht en na een paar dagen wennen mogen ze in de zon. Als je ziet dat je plantjes onder al deze omstandigheden stevig blijven, zijn ze na ongeveer 5-7 dagen klaar om uitgeplant te worden.




Stappenplan korenbloemen direct zaaien

wanneer: tussen februari en juni en van augustus tot en met oktober

waar: direct in de tuin, op de plek waar jij je korenbloemen wilt. Kies een plek waar minstens 6 zonuren zijn in de zomer voor ultieme bloei.

stap 1 - maak het stukje grond waar je wilt gaan zaaien (=zaaibed) goed vrij van ongewenste kruiden en schoffel de bovenlaag een beetje los.

stap 2 - maak met een stokje een geultje in de aarde, ongeveer 0,5 centimeter diep. Maak je meerdere geultjes naast elkaar, zorg dan dat er minstens 25-30 centimeter afstand tussen de rijen zit. In rijen zaaien is handig omdat je dan snel ziet of de plantjes die opkomen jouw gezaaide zaden zijn. Als ze 'in de rij' opkomen en allemaal hetzelfde zijn zit het helemaal goed.

stap 3 - zaai je zaadjes in dit geultje op ongeveer 5 centimeter afstand van elkaar.

stap 4 - bedek de zaden met een laagje aarde.

stap 5 - druk het geheel lichtjes aan met de achterkant van een hark, een plankje of je handen. Met je voeten erop gaan staan zou ik niet doen, dan verdwijnen de zaden al gauw te diep in de aarde.

stap 6 - als de aarde droog is: geef af en toe een beetje water met een gieter met een broeskop. Liever geen tuinslang of harde stralen uit een gieter zonder broeskop, want dan spoel je de zaden sneller weg.

stap 7 - dun de zaailingen uit zodra ze opkomen tot ze op de juiste plantafstand staan, zo hebben de overgebleven zaailingen genoeg ruimte om groot en gezond op te groeien. Voor korenbloemen geldt dat ze lekker dicht bij elkaar kunnen staan, dus ik laat elke 10 centimeter een plantje staan.

stap 8 - als de planten ongeveer 30 centimeter hoog zijn is het slim om alvast steungaas of een andere vorm van ondersteuning te maken. Zo kunnen de planten er vanzelf doorheen groeien en krijg je extra mooie rechte stelen en is er minder kans dat de planten omvallen bij harde wind.


Korenbloemen plukken

Ongeveer een maand of 3 na het zaaien (in het voorjaar) is het zover: je spot de eerste puntjes kleur in de korenbloemen. Tijd om te plukken! Je krijgt het langste vaasleven als je de bloemen plukt voordat ze helemaal open gaan. Ik noem dit altijd het kuifje-stadium: de knop heeft een mooi gekleurd toefje zoals je op onderstaande foto ziet.

Knip de steel lekker diep in de plant af zodat je een mooie steel hebt voor je boeket of in de vaas. Korenbloem is een eindeloze bloeier en geeft alleen maar meer bloemen als je er veel van plukt, en uitgebloeide bloemen uit de plant haalt.

Pluk je korenbloem in dit 'kuifje' stadium voor een zo lang mogelijk vaasleven
Pluk je korenbloem in dit 'kuifje' stadium voor een zo lang mogelijk vaasleven

Als laatste nog even dit: de bloeiperiode van korenbloemen is ongeveer 5-6 weken. Dus wil je er de hele zomer genieten, zaai haar dan in meerdere etappes met een interval van 3-4 weken. Zo volgt de bloei elkaar mooi op!


Ik hoop dat ik je door deze blog enthousiast heb kunnen maken over korenbloemen en ben heel benieuwd of je ze ook gaat zaaien. Biologische zaden van de korenbloem vind je in mijn webshop: https://www.plukatelier.nl/product-page/centaurea-cyanus-korenbloem Alle zaden van Plukatelier worden biologisch geteeld, met respect voor de natuur. Er wordt niet gewerkt met bestrijdingsmiddelen of kunstmest. Het zorgvuldig vermeerderen, oogsten, schonen en verpakken van de zaden gebeurt handmatig.

 
 

Bijgewerkt op: 23 mei


Ik zeg het maar meteen: ranonkels zijn niet de allermakkelijkste om te kweken. Maar als het lukt zéker de moeite waard. Grote, gevulde bloemen die voelen als zachte marshmallows in de prachtigste pastelkleuren met een vaasleven van 2 weken, het lijkt te perfect voor woorden. Maar dat is het niet, en met het stappenplan in deze blog én wat aandacht en liefde van jou, gaat het zeker lukken!


Ranonkels zijn onderdeel van de Ranunulaceae familie die bestaat uit ongeveer 600 soorten. De ranonkel waar het in deze blog over gaat is de Ranunculus Asiaticus, het type wat in de professionele snijbloementeelt gebruikt wordt. Deze bloemen groeien uit kleine klauwtjes die lijken op octopusjes. het blijft ongelooflijk dat zulke mooie bloemen uit deze gekke gedroogde monstertjes kunnen groeien.


Ranonkels houden van het koelere weer, zoals wij in Nederland vaak in de lente en vroege zomer hebben. Worden de dagen langer en de (bodem-)temperatuur hoger, (boven de 20 graden) dan keren ze terug in hun ruststand. Je ziet dit gauw genoeg, want het blad wordt geel en sterft langzaam af. Alle energie die nog in het blad opgeslagen zit, gaat terug naar het knolletje om zich weer op te laden voor volgend jaar.


Hoe plant je ranonkels

Het planten van ranonkels is eigenlijk heel makkelijk. Ik zou ze altijd 'voortrekken', dus oppotten in een potje in plaats van meteen in de volle grond planten. Dit omdat je dan meer controle hebt over de groei, hoeveelheid water en minder last hebt van ongedierte die er met je knolletjes vandoor gaan (muizen vinden ranonkelknolletjes een heel lekker snackje). De knolletjes zijn altijd ingedroogd als je ze ontvangt, dat is helemaal normaal. Ga je ze nog niet meteen planten, bewaar ze dan op een koele, droge plek.


Ga je ze wel meteen planten, volg dan dit stappenplan:

stap 1: laat de knolletjes 3 tot 4 uur weken in een schaaltje met vers, koel water. Je zult zien dat de knolletjes dubbel zo groot worden omdat ze zich volzuigen met water. (zie bovenstaande foto)


stap 2: vul potjes van minimaal P9 formaat (9x9cm) tot aan de rand met (biologische) potgrond. Maak in het midden een holletje van ongeveer 2/3cm diep, afhankelijk van hoe groot jouw knolletjes zijn.


stap 3: plant je ranonkel in het holletje, met de klauwtjes naar beneden. 1 per potje.


stap 4: bedek het holletje met potgrond zodat de knol net onder de oppervlakte zit, maar wel helemaal bedekt is.


stap 5: druk het geheel voorzichtig aan zodat de knol goed contact maakt met de aarde. Niet te hard duwen, want je wil geen klauwtjes breken.


stap 6: geef de potjes een beetje water (niet te veel want dan gaan de knolletjes rotten) en zet je potjes in je koude kas/tunnelkas of een beschutte plek buiten. Binnen kan eventueel ook, op een lichte plek die niet warmer is dan 10 graden. Na het planten kan het tot wel 3 weken duren voordat je een groen scheutje ziet verschijnen, dus geef de moed niet te gauw op als het even duurt.


stap 7: afhankelijk van het weer kan je de planten in januari uitplanten in de volle grond (of in de potten waar je ze uiteindelijk in wilt). Zet ze minimaal 22cm uit elkaar zodat ze genoeg ruimte hebben om groter te groeien. Denk eraan dat de planten nog wel bescherming nodig tegen de vorst, in de vorm van een (tunnel-)kas of een lage tunnel.


stap 8: zodra de planten uitgeplant zijn is het belangrijk dat ze niet uitdrogen. Kijk dus dagelijks even of ze er goed bij staan en geef indien nodig wat water. Let er wel op dat je niet té veel water geeft. De grond mag altijd licht vochtig blijven. Ventilatie is ook erg belangrijk voor gezonde planten.


Wanneer plant je ranonkels

Er zijn 2 momenten waarop je de knolletjes kunt planten, namelijk in de herfst en in de vroege lente. Beide momenten hebben hun eigen voor- en nadelen:


herfst:

Met 'herfst' bedoel ik in dit geval half oktober tot eind november. Het grote voordeel van je ranonkels planten in de herfst, is dat de omstandigheden buiten perfect zijn. De dagen worden korter en de nachten kouder. Overdag is het vaak nog lekker groeizaam weer, wat maakt dat de knolletjes vast ontwaken. Ranonkels die in de herfst geplant worden, hebben over het algemeen langere stelen dan knolletjes die in de vroege lente de grond in gaan.

samengevat:

knolletjes oppotten: half oktober - half november

uitplanten: januari (let op: in een beschermde omgeving, dus koude kas, tunnelkas of lage tunnelkas)

bloei: april


vroege lente:

Deze lente is wel heel vroeg, namelijk van half februari tot half maart. Maar dit is wel echt de beste periode, want ga je later beginnen met je ranonkels hebben ze niet genoeg tijd meer om te groeien en bloemen te maken voordat het vaak alweer te warm voor ze wordt.

Wanneer je in de lente begint met je ranonkels kan je bovenstaand stappenplan volgen, met als uitzondering dat je de planten in de volle grond uitplant in plaats van in een (tunnel-) kas. Toch moeten ze ook daar beschermd worden tegen eventuele vorst, maar dat kan ook met bijvoorbeeld een vliesdoek of bubbeltjesfolie.

samengevat:

knolletjes oppotten: half februari - half maart

uitplanten: april

bloei: half mei-juni


Beschermen tegen de vorst

Ze kunnen wel wat kou hebben, maar wordt het kouder dan -4, bescherm je ranonkels dan tegen de vorst. Dit kan bijvoorbeeld door een vliesdoek of bubbeltjesfolie over je planten heen te leggen en/of een warmtematje onder je potjes. Let in de winter goed op het weerbericht want het zou jammer zijn als je met liefde opgekweekte plantjes bezwijken onder de kou.


Ranonkels in pot

Het is ook zeker mogelijk om ranonkels in bakken en potten te kweken. Het handige hiervan is dat je ze makkelijk kunt verplaatsen als de weersomstandigheden daarom vragen. Waar je wel op moet letten met ranonkels in pot is dat je niet te veel knolletjes/plantjes in 1 pot zet, dat heeft namelijk effect op de grootte van de planten en de hoeveelheid bloemen. Denk hierbij aan 3 knolletjes/planten per pot van 15L. Zorg voor goede afwatering om te voorkomen dat je knolletjes wegrotten.


Heb je na het lezen van dit blog zin om de uitdaging aan te gaan en je eigen ranonkels te kweken?

In mijn webshop staan 4 prachtige gemixte selecties Ranonkelknolletjes. van links naar rechts: marshmallow, purple jean en porcelain.

Ik wens je heel veel plezier en succes met je eigen ranonkels en zie natuurlijk heel graag het resultaat! Tag @plukatelier op instagram zodat ik jouw plantjes en bloemen kan bewonderen.


tot de volgende!

Jennita



 
 
bottom of page